De laatste jaren zijn Nederland en België in de ban van een bijzonder fenomeen: op warme, zwoele dagen geeft het zeewater licht. Alsof er kleine kerstlichtjes in het zeewater zweven. Ik heb het natuurlijk over zeevonk.
Tijdens een zoele zomeravond sleurde ik Manlief naar Zeeland. Het was avond, bijna nacht al, maar dat hoorde bij het plan. Wij gingen zeevonk zoeken.
We parkeerden de auto ergens tussen Zoutelande en Vlissingen, aan de rand van de duinen. Gewapend met een zaklamp en een fototoestel liepen we het aardedonkere strand op. Er was niemand. De zonnekloppers waren naar huis en zelfs de eettentjes waren al lang dicht. Op het water van de Westerschelde voer een eenzaam vrachtschip. Aan de overkant zagen we de lichtjes van België.
Enthousiasme gaf me vleugels, en ik liep naar de branding met Manlief in het zog. Nog voor ik iets kon zeggen, zag ik een bleke flits door de golven glijden. ‘Zag je dat?’ gilde ik. Manlief knikte, hij had het ook gezien. Zeevonk.
Ik schopte mijn schoenen uit, rolde mijn broekspijpen op en sprong in het water. Bij elke stap lichtte het water op. Met elke zwaai door het water regende het lichtgevende druppels om mij heen.
Af en toe kwam ik uit het water om foto’s te maken. Maar lang hield ik dat niet vol, ik moest gewoon terug het water in. De hele ervaring was zo onwerkelijk, ik kreeg er maar geen genoeg van. Na een tijdje ontdekte ik lichtgevende puntjes zeevonk in het zand. Bij elke stap lichtten ze zachtjes op. Alsof er sterren waren aangespoeld.
De nacht vloog voorbij. Voor ik het wist, was de dageraad daar. De zeevonk vervaagde, en wij gingen weer naar de auto. Op blote voeten en in ons ondergoed, want onze broeken waren doorweekt en zanderig. Eenmaal thuis liepen we giechelend in onze onderbroek van de auto naar de voordeur. Het gaf toch niet, er was nog niemand wakker. Na een korte douche kropen we doodmoe in bed. Doodmoe, maar nog te gelukkig om al in te slapen. Wat een nacht!

Wat is zeevonk?
Wetenschappers zijn er nog niet helemaal uit wat zeevonk nu eigenlijk is. Het gedraagt zich namelijk als een alg én als een plankton. Zeevonk toont kenmerken van beide organismes, en daarom is het nogal moeilijk in te delen.
Wat men wel weet is dat het een organisme is dat overal ter wereld kan voorkomen. Het verblijft doorgaans wat verder en dieper in zee. Pas wanneer het enkele dagen goed warm en zwoel is geweest, komt het aan het oppervlakte.
Zeevonk ziet er overdag heel onschuldig uit, een beetje als een film die op het water ligt. Soms heeft het een roze tint. Maar zodra het donker wordt, vertoont het organisme een bioluminiscerende reactie. Dat wil zeggen dat zeevonk licht gaat geven als het in beweging komt. Het is een reactie die jagende vissen moet afschrikken. En het is dat licht dat wij zien.
Hoe vind je zeevonk?
Het is jammer genoeg onmogelijk om te voorspellen wanneer en waar er zeevonk zal zijn. Het is een beetje zoals noorderlicht: je kan aangeven wanneer de kansen groot zijn, maar er is nooit een garantie dat je het zal zien. Maar als je rekening houdt met de volgende dingen, worden je kansen alleszins al groter.
Zoals al gezegd, moet het warm zijn voor zeevonk naar het oppervlakte komt. Warm, met zwoele avonden. Daarnaast moet de zee zo kalm mogelijk zijn. Hoe kalmer, hoe beter. En dat kan je letterlijk nemen: zelfs wanneer de zee heel kalm is, heb je nog grotere kans bij een steiger of een pier of een haven, waar het water doorgaans nóg kalmer is.
En natuurlijk moet het zo donker mogelijk zijn. In de zomer moet je zeker tot na 22u of zelfs 23u wachten voor het donker genoeg is om iets te zien. Kijk goed naar de golfjes. Vaak zie je zeevonk voor het eerst in de schuimkopjes op de golven, om dat daar het water het felste beweegt.
Wanneer het laag water is, blijft er soms wat zeevonk achter in de ondiepe poelen op het strand. Wanneer je er doorheen wandelt, zie je blauwe vonkjes wegspringen.
De twitteraccount Zeevonk Alert tweet de hele zomer waar en wanneer er zeevonk gezien is. Maar omdat zeevonk even snel kan verdwijnen als het verschijnt, is het sowieso een goed idee om naar zee te rijden wanneer de condities goed zijn.
Hoe ziet zeevonk eruit?
Als je naar foto’s kijkt, ziet zeevonk er helblauw uit. Maar voor het blote oog is de kleur zwakker. Je ziet een licht met een wit-turquoise tint. Denk aan die oplichtende sterretjes die je als kind tegen het plafond van je slaapkamer kleefde. Wanneer het echt zwak is, is het moeilijk om het verschil te zien tussen zeevonk en schuim op de golven.
Maar, wanneer het echt fel is, dan is zeevonk heel erg zichtbaar. Het zit in de golven en in het water dat op het strand ligt. Wanneer je er doorheen loopt, dan kleeft het aan je voeten.

Is zeevonk gevaarlijk?
Zeevonk is helemaal ongevaarlijk. Enkel wanneer het is heel grote hoeveelheden voorkomt, kan het ammoniak vrijgeven. Zwemmers kunnen dan last krijgen van hun ademhaling.
Desondanks is er altijd wel een risico aan ’s nachts de zee ingaan. Vooral als je kinderen bij je hebt. Zeevonk zien of er zelfs in zwemmen is een ronduit magische ervaring voor alle leeftijden, maar als het om de zee gaat, moet je altijd voorzichtig zijn. Doe de kleintjes zwembandjes om en blijft er bij wanneer iemand het water in gaat. Ja, ook volwassenen. Het kan altijd misgaan.
Zeevonk gaat overigens niet dood als je er doorheen beweegt. Je kan er gerust in zwemmen of er mee spelen, het organisme blijft gewoon leven. Soms blijft het zelfs even aan je lichaam kleven en heb je glitters op je huid. Enkel wanneer het op het strand terecht komt, en niet terug in de zee raakt, sterft het.
Hoe fotografeer je zeevonk?
Ik ging er van uit dat zeevonk fotograferen ongeveer hetzelfde zou zijn als noorderlicht fotograferen. Daar was ik mis. Hoewel de condities gelijkend zijn, gedraagt zeevonk zich te verschillend om het over dezelfde lijn te trekken als noorderlicht.
Stel je camera in op ISO 1600 of hoger, met een sluitertijd van 10 seconden. Zet het diafragma zo ver mogelijk open. Je zal een statief nodig hebben, want bij een lange sluitertijd moet je camera perfect stil blijven staan. Probeer een foto te maken wanneer er een golfje komt aanrollen, en speel wat met de instellingen tot je de juiste combinatie hebt gevonden voor jouw camera en de lichtcondities.
Weet je echt niet hoe je daar aan moet beginnen? Je camera is slimmer dan je denkt. Zet ‘m op een statief of een stabiele ondergrond zoals een krukje of een emmer, probeer je ISO op 1600 of hoger te zetten en laat je camera de andere instellingen zelf bepalen. Dat lukt het best op de ‘p’ modus.
Het grote verschil tussen zeevonk en noorderlicht is dat zeevonk niet altijd goed zichtbaar is vanop het strand. Het is vaak het felste wanneer je door het water wandelt. En dat maakt het behoorlijk moeilijk om een foto te nemen.
Bovendien is er in België en Nederland veel lichtvervuiling. Afhankelijk van waar je bent, komen er vaak boten voorbij en zie je de lichtjes van de haven te fel. Je foto wordt dan een vreemd soort oranje.
Maar, zoals het voor alles is: oefening baart kunst!


Leave a Reply