Een leven is een aaneenschakeling van bijzondere momenten en plaatsen. Plaatsen die iets voor je betekenen. Hoe meer ik reis, hoe meer plaatsen er in mijn hart kruipen. Maar hoe veel ik ook hou van verre steden, van bergtoppen en van tropische stranden, altijd keer ik terug naar de plaats waar mijn wortels liggen. Lier.
Ik werd geboren in hartje Lier, in één van de historische panden rond het Kluizekerkje. Het was zo koud dat de Nete dichtgevroren was en kraambezoekers over het ijs naar ons huis slibberden. En hoewel ik me natuurlijk niets herinner van die tijd, word ik toch altijd weer aangetrokken door Lier. Het is plaats waar alles begon. Ik groeide er op, liep er school en raakte er mijn wilde haren kwijt. Ik mag dan al jaren in het omliggende platteland wonen, Lier is nog altijd mijn thuis. Mijn stad.
Klein Lier
Lier ligt daar waar de Grote Nete en de Kleine Nete samenvloeien. Wellicht al in de 8e of de 9e eeuw woonden er voor het eerst mensen op die plaats, al zou het nog tot de 13e eeuw duren voor Lier haar stadsrechten zou verkrijgen. Doorheen de eeuwen veranderde de stad natuurlijk aanzienlijk – ze groeide mee met de tijd – maar je ziet nog steeds sporen van het verleden in de groene stadsvesten, de eeuwenoude kerken en de historische panden.
Lier is geen grote stad. Van het station tot het einde van de Berlarij, helemaal aan de andere kant, is het nauwelijks twee kilometer wandelen. De vesten, die de hele binnenstad omringen, zijn een stevige vijf kilometer lang. De Nete stroomt rond de stad, terwijl een klein deel, de Binnennete, dwars door het centrum stroomt. Als kind voerde ik eenden aan het Spuihuis, aan het begin van de Binnennete, en ook als volwassene is het Spuihuis nog altijd een van mijn favoriete plekjes van de stad.
Op zonnige dagen ga ik uit eten en drinken op het Zimmerplein. Ik zoek de rust op van het prachtige Begijnhof en drink koffie in een van de hippe koffiehuisjes. Lier is geen wereldstad, maar net dat kleinschalige is wat Lier tot Lier maakt. Je vindt hier geen drukke straten vol mensen en grote ketens, maar smalle straten vol boetieks en galeries. Je geraakt overal te voet of met de fiets en wanneer je de stadse sfeer even achter je wil laten, ben je in een hip en een knip midden in het groen van de Netevallei.
Lierke Plezierke
Het leven is gemoedelijk in Lier – het kabbelt voorbij net zoals de Nete voorbij kabbelt. Lierenaars zijn levensgenieters en dat uit zich in talloze cafeetjes en terrasjes in de zon. Op zaterdag is het marktdag en Lierenaars maken van de dag gebruik om door het centrum te struinen, te ontbijten op de markt of in een van de brasserieën, of om een wandeling op de stadsvesten te maken.
Wie Lier bezoekt, wordt meegesleept in dat schoon leven. Niet voor niets spreken mensen over Lierke Plezierke wanneer ze het over de stad hebben. Geniet van een frisse pint in de Refuge op het Zimmerplein – proef vooral streekbieren Caves, Mamoetbier en Meulekes Tripel – of van een hapje in de brasserie Het Looks in de gelijknamige arbeiderswijk.
Naar echte Lierse stijl hoeft het allemaal niet ingewikkeld te zijn, zolang het maar lekker is. In mijn favoriete lunchbar Cabane drink je koffie en eet je broodjes met pompoen en geitenkaas. In ’t Kruisken, aan de Sint Gummaruskerk, eet je de beste spaghetti van de streek. Getest en goedgekeurd. Proef ook zeker een Liers Vlaaike, het historische streekproduct van Lier. Die koop je – onder andere – bij bakkerij Hendrickx.
De eigenwijze stad
Hoewel ik al mijn hele leven regelmatig in Lier ben, kan de stad mij nog steeds verrassen. De stad is diep in geschiedenis en zelfs traditie gedrenkt, maar toch duiken er altijd weer nieuwe stemmen en nieuwe ideeën op. Ondernemers nestelen zich in het centrum en kunstenaars vinden er hun weg naar bruine kroegen zoals ’t Goed Voorbeeld.
Die vrijgevochten geest, dat culturele is goed zichtbaar in Lier Up, de reeks straatkunstwerken van lokale graffitikunstenaar Joachim. In samenwerking met verschillende internationale straatkunstenaars creëerde hij verschillende levensgrote werken, verspreid over de hele stad. Elk werk verwijst op de een of andere manier naar de geschiedenis en de cultuur van Lier. Door de wandelroute langs de werken te volgen, ontdek je de stad vanuit een heel nieuw perspectief.
Stad aan het water
De Kleine Nete, die uit de Kempen naar het zuiden stroomt, en de Grote Nete, uit de zuidelijke Kempen stroomt, komen samen in Lier. Daar vloeien de twee rivieren samen en stromen ze verder als de Beneden Nete. De omgeving van de rivieren is groen en heerlijk rustig. Op de dijken kan je wandelen en fietsen en op de terrasjes van Het Oud Lier of De Beemden geniet je van een pintje in de zon.
In het zuiden van Lier, net buiten de stad, ligt mijn favoriete wandelgebied, Anderstad. Hier stromen de Beneden Nete en het Netekanaal richting Duffel. Het gebied is rustig en mooi en met wat geluk kan je reigers, buizerds of zelfs ijsvogels zien. Je wandelt er met uitzicht op het gekende Ringenhof, een kasteel uit de 19e eeuw.
Zelfs in de binnenstad speelt het water een grote rol. Op de Binnennete vaar je met de Koninklijke Moedige Bootvissers in oude palingschuiten terwijl je streekverhalen te horen krijgt. En op hete zomeravonden vind ik de trappen aan de Binnennete een geweldige plaats om te bekomen van de dag. Of gewoon om wat te zitten mijmeren.
Een weekendje Lier
Om Lier echt goed te ontdekken, trek je er best een weekendje op uit. Het treinstation ligt op wandelafstand van het centrum en als je wil kan je er een fiets huren. Kom je met de auto, dan kan je gebruik maken van de gratis parking aan cultuurcentrum De Mol, net buiten het centrum.
Logeren kan je in het gloednieuwe hotel Guzy, waar je overigens ook een kleine lunch kan eten, of in het stijlvolle hotel Zimmerhof, in een voormalig rusthuis uit 1902. Slaap je liever in het groen, dan is B&B Elskenshof in het nabijgelegen Emblem wat voor jou.
Breng stevige schoenen mee om de groene omgeving te verkennen, of neem de (huur-) fiets om door de meanderende Netevallei te fietsen. Op regenachtige dagen kan je het Stadsmuseum in de binnenstad verkennen: ontdek de lokale geschiedenis, de kantnijverheid en het mammoetskelet dat tijdens werken opgegraven werd. Dwaal door de imposante Sint-Gummaruskerk en bezoek de Zimmertoren met zijn astronomische klok.
Logeer je in de stad, maar wil je ook de omgeving verkennen, dan is de culinaire fietstocht Cycling Dinner een goed idee. Je start met een ontbijt op de Grote Markt van Lier, waarna je per fiets de omgeving verkent. Onderweg geniet je niet alleen van de natuur en de buitenlucht, maar ook van historisch en cultureel erfgoed. Je fietst van culinaire gang naar gang en op het einde van je tocht geniet je nog van een laatste dessertje in Lier.
De poort naar de Kempen
Lier wordt de poort naar de Kempen genoemd. Ten noorden van de stad strekken de Kempen zich uit tot de Nederlandse grens. De Kempen kenmerken zich met een prachtig landschap van heide en vennen en slanke naaldbomen. De kleine dorpen en steden zijn er gezellig en landelijk. De mensen goedlachs. In de Kempen geniet je van het leven.
Dit artikel is het eerste in een reeks in artikels over de Kempen, samenwerking met de Kempen. De komende maanden zal ik regelmatig een stad of regio uit de Kempen in de kijker zetten. Bezoek de website van Visit Lier of het kantoor van Visit Lier in het stadhuis om je bezoek te plannen.
Leave a Reply