Ik wilde al zo lang naar noord Noorwegen. En nu ik er geweest ben, nu het voorbij is, zit ik een beetje verdwaasd achter mijn laptop, niet wetende waar te beginnen. Ik heb zo veel verhalen, zoveel beelden die recht naar mijn hart zijn gegaan. En ik wil dat allemaal tegelijk vertellen.
Het meest indrukwekkende van noord Noorwegen zijn de uitzichten. De natuur is hier ruig. Besneeuwde rotsen en bergtoppen rijzen op van de eilanden. De kust lijkt kapot gebeukt door de Atlantische Oceaan.
Ondanks de felle koude blijft de zee hier stromen. Enkel op de meer beschutte fjorden ligt een laag van ijsschotsen die aan elkaar vastvriezen en dan weer losbreken, zodat er een grillig patroon in het ijs ontstaat.

Op Andøya
Ik had geluk. Het grootste deel van mijn toch was het weer zacht en mooi. De zon verwarmde je zelfs een beetje. Maar zodra ik een voet op het eiland Andøya zette, was dat voorbij. De wind wakkerde aan en de sneeuw viel constant. Niet zoals wij gewend zijn, in dwarrelde vlokjes, maar in priemende naaldpuntjes die je huid aanvallen en soms zelfs wondjes achterlaten.
Andøya is deel van de Vesterålen eilanden. Een eiland dat historisch belangrijk is. Al eeuwenlang bewoond door vissers, die wind en zee trotseerden om de rijke visgronden te bevissen. Middeleeuwse vrouwen werden hier snel weduwe, en huwden meestal verschillende keren in hun leven.

De Nationale Toeristische Route Andøya
Bekijk je Andøya op de kaart, dan zie je weinig wegen. Door het gebergte en de rotsen zijn enkel wegen langs de kust mogelijk. Ze rijgen vissersplaatsjes zoals Bleik en Andenes en Bø aan elkaar.
De westelijke route op het eiland is één van de achttien Nationale Touristische Routes. Routes die al sinds mensenheugenis gebruikt worden, en die altijd garant staan voor schitterende landschappen. De Andøya Route is geen uitzondering.

Met de verwarming hoog reed ik door de sneeuwstorm op de Andøya Route. Soms zag ik bijna niks, maakte de sneeuw de hele wereld wit. Soms blies de wind de wolken uit elkaar en kreeg ik kort een helder uitzicht op de zee, op de bergen om mij heen. Wanneer ik uit de auto stapte voor foto’s, voelde ik geen koude. Ik voelde pijn.

Bleik en Andenes en Bø
Langs de Andøya Route liggen kleine dorpjes. Niet meer dan een sliert huizen langs de weg. Een boerderij, en een haven waar de vissersboten binnen en buitenvaren. Het felle rood en geel van de huizen is amper zichtbaar in de hoog opgewaaide sneeuw.
In plaatsjes zoals deze vind je kleine verrassingen. Het walvis museum in Andenes, waar je ook walvissafari’s kan boeken. Als het mooi weer is, tenminste. Een supermarkt die ook dienst doet als bakker en koffiehuis, waar de inwoners bij elkaar komen en de koude buitensluiten met een stuk slagroomtaart. Het Spaceship Aurora onderzoekcentrum, waar Noorse wetenschappers tezamen met Nasa het noorderlicht onderzoeken.
Plaatsjes als deze zijn een verademing, een rustpauze langs de weg, waar je je hoofd even de tijd kan geven om al de natuurpracht die je onderweg zag, te bevatten.

Potvissen en Arenden
Dezelfde rijke visgronden die al eeuwenlang vissers aantrekken, lokken ook een hele schare walvissen en zeevogels aan. Solitaire potvisstieren gedijen prima in de ijskoude wateren, terwijl ze wachten tot ze volwassen genoeg zijn om de vrouwtjes in het zuiden te bezoeken. De grote scholen haringen vormen een jaarlijks festijn voor de orka’s en dolfijnen. En soms duikt er een vinvis op met een mond vol plankton.
Zeearenden en meeuwen volgen de binnenlopende vissersboten, duiken en vechtend om de restjes die overboord worden gegooid. Eén berucht arendenvrouwtje slaagt er in zich dagelijks onder de beschermende netten van de zalmboerderijen te wringen, een vis te stelen en weer weg te vliegen. Het wordt haar oogluikend toegestaan. Een beloning voor haar vindingrijkheid.
Op de rotsachtige eilandjes rond Andøya zitten soms papegaaiduikers. De grappige, onhandige diertjes komen hier vooral voor bij warmer weer, en laten zich onverstoord fotograferen en bewonderen.
De arenden zweefden boven mijn hoofd. Soms vlogen ze zo laag dat ik de veren van hun vleugels kon tellen. Maar verder had ik pech. Een geplande walvissafari werd gedwarsboomd door een winterstorm met metershoge golven.

De praktische kant
Ik bezocht Vesterålen begin maart. Het landschap is dan nog bevroren, het weer onvoorspelbaar. Ik vond dat fantastisch. Ook al betekende dat dat ik mij flexibel moest opstellen, dat ik mij moest kleden naar gure weersomstandigheden.
Andøya is het meest noordelijke eiland van Vesterålen. In de winter zijn de omstandigheden er hard, maar ongelofelijk mooi. In de zomer geniet je er van groene natuur en zachtere temperaturen.
De Andøya Route, aan de westelijke zijde van het eiland, is 58 kilometer lang. Onderweg zie je de meest schitterende landschappen, en als je geluk hebt, walvissen en zeehonden en arenden.
Lijkt een roadtrip door Noorwegen je wel wat? Lees hier hoe Anouk van My Delicious Journey het aanpakt.

Tijdens mijn bezoek logeerde ik in Marmelkroken in Bø. Eigenaresse Lisbeth vond in de grond onder haar hotel sporen van een Vikingnederzetting. Ze bouwde er op verder, en tegenwoordig hangt er in het moderne maar gezellige hotel een onmiskenbare Vikingsfeer.
Net buiten Andøya logeerde ik in de gezellige hutten van Friluftssenter. Ook hier kan je een stevige snuif cultuur verwachten, in de vorm van een traditioneel diner gekookt boven een open houtvuur.
In de nabije toekomst opent het museum The Whale zijn deuren op het eiland. Een ambitieus project.
Om Vesterålen te bereiken, vloog ik met SAS Airlines over Oslo naar Narvik, om dan de rest van de weg per auto af te leggen. Maar Andøya heeft ook zijn eigen luchthaven, waar vooral binnenlandse vluchten met Widerøe landen.


Leave a Reply