De Kilimanjaro. Met zijn 5.895 m is het Afrika’s hoogste berg, en meteen ook de hoogste vrijstaande berg ter wereld. Deze met sneeuw bedekte reus ligt in het noordoosten van Tanzania en rijst, niet zo gek ver weg van de Keniaanse grens, statig uit boven de uitgestrekte savanne.
Ik kan niet zeggen dat ik er als kind al van droomde om te klimmen naar de top van de Kilimanjaro. Volledig gepakt en gezakt, en de blik strak vooruit. Met een flinke tred naar boven, tegen de wind in.
Nee, die droom was er toen niet. Nóg niet. Tot vijf jaar geleden die droom er wel kwam. Na toppen en bergpassen te hebben bedwongen in Slovenië (Triglav), Canada (Canadian Rockies), Argentinië (Patagonië), Nepal, Marokko en Albanië kwam de Kilimanjaro in mijn vizier. Mijn eerste van de Seven Summits, de hoogste bergen van elk continent.

De “makkelijke” Kilimanjaro
De Kilimanjaro-trekking is geen technische beklimming en wordt daarom wel eens gemakkelijk genoemd. De top kan gehaald worden door niet-professionele klimmers. Vele sportievelingen wagen dan ook hun kans. Tot 50.000 per jaar, om precies te zijn. Ongeveer twee derde haalt het eindpunt. De rest? Die moeten vooral omwille van hoogteziekte op hun passen terugkeren.
Makkelijk of niet: je kan sowieso de Kilimanjaro niet alleen beklimmen. Elke Kili-trekker heeft aan zijn zijde een lokale, professionele ploeg met koks, dragers, een gids en een assistent-gids. Bovendien maak ik de klim in het gezelschap van andere, like-minded klimmers. In een groepsreis geniet je niet alleen van fijn gezelschap, maar kan je ook steunen op je reisgenoten wanneer dat nodig is.
De Whiskey-route naar de top van de Kilimanjaro
Vijf routes leiden je veilig en wel naar die fameuze top van de Kilimanjaro. De routes verschillen van elkaar door hun moeilijkheidsgraad, het landschap waar je door wandelt en het aantal Kilimanjaro-trekkers dat je onderweg tegenkomt.
Ik kies voor de Machame- of Whiskey-route. En dat betekent zes dagen stappen door tropisch regenwoud, veen- en moerasgebied en uiteindelijk een ruw, alpien landschap. Slapen doe ik in tenten en ik geniet van vol pension dankzij de beste zorgen van het hele team. Lees: lekker eten, tenten die klaarstonden bij aankomst en een meer dan gezellige babbel tussendoor.

Goed getraind, gepakt en gezakt
Wat ik verder nodig heb om te vertrekken? Goede wandelschoenen, een wandelshort, T-shirt, truitje, pet en zonnebril. Een dagrugzak met daarin een goedgevulde camelbag, wat energierepen en een tube zonnecrème.
Geen grote rugzak dus. De rest van mijn benodigdheden worden gedragen door een heel team ongelooflijk straffe dragers. Die dragen niet enkel de tenten, de slaapzakken, het kookgerei en het eten, dat overigens allemaal door de organisatie voorzien wordt, maar ook alle kleren die ik nodig heb voor de klim:
- kleren om in laagjes te dragen: T-shirts, thermische truitjes, dikke truien, lange broek, thermisch ondergoed.
- voldoende propere wandelsokken. Eén paar per dag is echt wel nodig, want je krijgt sneller blaren in bezwete sokken. Draag zeker geen meerdere paren sokken, want tijdens het wandelen zwellen je voeten op. Door meerdere sokken over elkaar te dragen, kunnen je voeten beginnen knellen in je schoenen. Daardoor verloopt de bloeddoorstroming minder goed en krijg je net koude voeten.
- een muts, een buff, een hardshelljas en skihandschoenen. Ook extra heatpacks voor in je handschoenen kunnen handig zijn.
- een regenbroek. Die zorgt ervoor dat je trekkersbroek niet nat wordt én dient als een extra beschermlaag tegen de ijzige wind.
- een drinkbus. Het drinkpijpje en de slang van je camelbag bevriezen sowieso onderweg naar de top. Die kan je de voorlaatste dag dus niet gebruiken.
Voor vertrek had ik de tijd genomen om mijn fysieke conditie op punt te zetten. Drie keer trainen per week is geen overbodige luxe als je de Kilimanjaro wil bedwingen. Helaas kan een goede conditie hoogteziekte niet voorkomen, en laat dat nu net de belangrijkste reden zijn waarom trekkers de top niet halen. Maar als je je lichamelijk ok voelt, komt die hoogteziekte soms minder hard aan. Zeker als je er ook zelf gewoon kei hard in gelooft. Want je slaagkans wordt toch ook voor een groot stuk bepaald door je karakter en doorzettingsvermogen.

Naar het dak van Afrika
Wandeldag 1:
Na een verkwikkende nacht in een luxueuze lodge in Moshi aan de voet van de Kilimanjaro trek ik met een busje naar Machame Gate op 1.650 meter hoogte, het vertrekpunt van onze trekking. Mijn gids en assistant-gids vergezellen me tijdens de rit.
De stress heeft ondertussen plaatsgemaakt voor een gezonde dosis spanning. Over een paar uur zetten we onze eerste stappen op de Kilimanjaro!
Na het invullen van de formaliteiten en een picknick ontmoet ik de dragers en koks die onze groep zullen begeleiden, en wat later vertrekken we voor een tocht van tien km. En die tocht neemt zowaar vijf uren (!) in beslag. ‘Supersteil en moeilijk dus,’ hoor ik je denken. Nee hoor. We wandelen gewoon traag. Eerst door een vochtig, tropisch regenwoud en later door heidegebied.
Het tempo is soms wat frustrerend, gezien de adrenaline die door mijn lichaam raast. Maar dat trage tempo moeten we de hele tocht aanhouden, omdat het de beste manier is om de strijd tegen de hoogteziekte te winnen. En dus ook de beste manier om boven te geraken.
De eerste dagen werd ik regelmatig ingehaald door duo’s of groepen die het advies van de gidsen niet volgden en toch een hoger tempo aanhielden. En ja, van die groepen heeft niet iedereen de top gehaald.

Wandeldagen 2, 3 en 4:
De komende dagen verlopen min of meer op dezelfde manier: ik wandel meerdere uren aan een gezapig tempo. Onderweg geniet ik van de tocht, de inspanning en landmarks zoals Lava Tower, de Barranco Valley en Barranco Wall, de Heim Glacier en Kissing Rock, het meest technische en dus moeilijkste stuk van de hele tocht. Op de vierde wandeldag trekken we langs één van de mooiste uitzichten op de Kilimanjaro. Een mooie zonsondergang maakt het helemaal af.
De groene omgeving heeft al lang plaatsgemaakt voor heide, rotsen en uiteindelijk een maanlandschap. Onze korte broeken steken ondertussen ook diep weg in onze rugzak. Door traag te stappen, voldoende te rusten en slim om te gaan met de hoogteverschillen (we slapen geen enkele keer op het hoogste punt van de dagtocht), helpen we ons lichaam om zo goed mogelijk te acclimatiseren. Toch steken de eerste tekenen (lees: hoofdpijn) van hoogteziekte de kop op.
Gelukkig word ik zorgvuldig begeleid door het team van dragers en koks. De gids brieft me elke avond uitgebreid over de volgende wandeldag en controleert steevast de hoeveelheid zuurstof in mijn bloed. Dat doet hij door een klein toestelletje te klemmen rond mijn wijsvinger.

Wandeldagen 5 en 6: summit day
Na enkele uren slapen word ik rond middernacht gewekt. Meteen ben ik klaarwakker: vandaag bereik ik de top van de Kilimanjaro!
Het is berekoud, de wind raast genadeloos. Ik krijg een kop warme thee en een kleine versnapering. Meer niet. Hoe minder ik eet, hoe kleiner de kans dat ik moet overgeven. En dan begint de laatste klim naar de top. Helemaal ingepakt tegen de bijtende koude, hoofdlamp op mijn hoofd.
Na een zestal uren stappen bereik ik Stella Point, het laatste rustpunt richting de top. Het is nauwelijks half zeven. Het wordt langzaam licht. De zon komt op boven de laaglanden van Kenia.
Vanaf Stella Point is nog een uurtje wandelen tot de top. Nog geen 200 meter, maar het kost me al mijn energie. Ik raak amper vooruit. Voor ons liggen grote gletsjers. Mijn lichaam is zo uitgeput dat ik nauwelijks besef waar ik ben. Ondanks de warme zonnestralen blijft het ijzig koud.
En dan, plots, sta ik daar. Op het dak van Afrika. Uhuru Peak, de majestueuze top op 5.895 m hoogte.

Op de top van de Kilimanjaro
De ontlading is enorm. Ik ben zo fier dat ik gehaald heb. Een aantal mensen in mijn groep beginnen spontaan te wenen. Ze zijn kapot, doodmoe, blij en emotioneel tegelijk. Net zoals ik. Om de beurt poseren we op de top voor een foto. Om niet te veel af te koelen begint daarna direct de tocht naar beneden, opnieuw richting de slaapplek van de vorige nacht. Daar neem ik de tijd om enkele uren te rusten, te lunchen, voor de rest van de afdaling volgt. Mét een flinke hoofdpijn. De hoogteziekte heeft me toch een beetje te pakken.
Op de laatste wandeldag leg ik de laatste kilometers af, tot aan de voet van de Kilimanjaro. Ik ben immens trots dat we de top gehaald heb. Uitgelaten bijna. En die hoofdpijn? Ook die is weer verdwenen na een verkwikkende nacht.
Eenmaal beneden krijg ik nog een gouden certificaat voor een succesvolle beklimming en dan mag ik, eindelijk, onder de warme douche in de lodge in Moshi.

Never again. Of toch?
Een uitgeput lijf, pijnlijke spieren en een hoofd dat gonst van de hoofdpijn door de hoogteziekte: is de beklimming van de Kilimanjaro dat nu waard?
Absoluut. De laatste en zwaarste dag, summit day, was ook de mooiste. Ik heb er geen seconde aan getwijfeld dat ik die top ging halen. Maar als je daar dan eenmaal ook echt staat – dat is echt een onbeschrijfelijk magisch moment.
Boven op die top, tijdens het rondkijken, besefte ik heel goed dat ik op een plek sta waar de mens normaal niet komt. Een vijandige omgeving, waar je het in gewone omstandigheden niet lang volhoudt.
Tegelijk besef ik ook dat je een trekking zoals deze niet alleen kan. De enige reden waarom ik ook effectief de top heb gehaald, is dankzij de fantastische ploeg die kookt, onze tenten opzet, en me tot de laatste meter heeft gemotiveerd. Om nog maar te zwijgen van de steun en aanmoediging van mijn reisgenoten.

5 routes naar de top en 2 alternatieven
Voor de Kilimanjaro zelf kan je kiezen uit vijf routes. Er zijn verschillende redenen waarom je al dan niet voor een van de routes zou kiezen:
• De twee moeilijkste routes zijn de Umbwe-route en de Lemosho-route. De Rongai-, Marangu- en Machame-route zijn dus eenvoudiger.
• De Machame-route en Marangu-route zijn het drukst.
• De Marangu-route is de enige route waarbij je slaapt in berghutten. Op de andere routes slaap je in tenten.
• Bij de reisorganisatie Joker kan je privé-trekkings op de Kilimanjaro boeken via deze vijf routes. Je kan ook aansluiten bij een Joker-groepsreis met Nederlandstalige begeleiding of vragen naar een beklimming van de Kilimanjaro in internationale groep.
De beste periode voor een trekking op de Kilimanjaro is juni tot oktober en januari tot maart. Te mijden zijn april en mei omwille van het lange regenseizoen.
Een goed alternatief voor de Kilimanjaro-trekking is een beklimming van het kleine broertje Mount Meru (vierdaagse trekking op een uitgedoofde vulkaan in de buurt van Arusha; slapen in hutten). Hier trek je tot bijna 5.000 m hoogte. De kans op hoogteziekte is een stuk kleiner dan tijdens de Kili-trekking én je hebt op de top kans op een magnifiek zicht op de Kilimanjaro.

Reis naar Tanzania
Je kan naar Tanzania reizen met een doel: het beklimmen van de Kilimanjaro. Wil je langer blijven, dan is het meer dan de moeite om de beklimming van de Kilimanjaro te combineren met een ontspannen verblijf op het kruideneiland Zanzibar of een safari door één of meerdere nationale parken.
Een succesvolle manier om de indrukwekkende landschappen en het vele wildlife in de nationale parken te bewonderen, is een privésafari. Dat betekent dat je in een privéjeep met pop-updak, koelbox, een zitplaats aan het raam door de savane reist. Achter het stuur een sympathieke, Engelstalige chauffeur en gids. Op die manier kom je gegarandeerd overal tijdig en veilig aan, krijg je de beste instructies om élk dier te spotten en keer je huiswaarts met prachtige herinneringen en natuurfoto’s. Tijdens zo’n safari kan je ervoor kiezen om te overnachten in een iglotent op een campsite, of om te overnachten in comfortabele lodges of tentenkampen met de nodige luxe.
Kili-trekkers en reizigers die kiezen voor een safari vliegen best op Kilimanjaro Airport. Dat kan rechtstreeks met KLM vanuit Amsterdam, of met Ethiopian Airlines (incl. tussenstop in Addis Abeba) vanuit Brussel. Sluit je af met een verblijf op Zanzibar? Ook dat kan met KLM of Ethiopian Airlines: zij vliegen vanuit Zanzibar terug naar Amsterdam en Brussel.
Beklim de Kilimanjaro met Joker
Dit artikel is geschreven door Joker Reizen, en vertelt het verhaal van avonturier Toon Teugels. Ook de prachtige foto’s komen uit het archief van Joker.
Al meer dan 40 jaar moedigt Joker Reizen, pionier in duurzaam reizen, alle reizigers aan om hun grenzen te verleggen. Letterlijk en figuurlijk. Via de verkoop van avontuurlijke groepsreizen, individuele rondreizen en vliegtickets brengen we mensen wereldwijd in contact met elkaar en met zichzelf, zodat iedereen terugkeert als een betere versie van zichzelf.

Leave a Reply