Het was in Oostenrijk dat ik voor het eerst verliefd werd op de bergen. De hoogtes en laagtes die voor magnifieke uitzichten zorgen, frisse geuren die ik nooit elders rook, beekjes zo zuiver dat je ervan kan drinken, verborgen paden die je lokken om op verkenning te gaan. Toegegeven; telkens ik aan de Simmshütte terug denk, maakt een lichte heimwee zich van mij meester.
Hoewel er een hoop te vertellen valt over wandelingen in dit land, wil ik het graag over eentje in het bijzonder hebben: een prachtige route vanuit het Lechtal, dat gelegen is in het Tiroler gebied, naar de Simmshütte. Een wandeling voor beginners, werd mij verteld. Het werd één van de mooiste tochten die ik die zomer deed.
Van Stockach…
Ik begon mijn wandeling in het dorpje Stockach aan de voet van de berg, zo het dennenbos in. Wie het rustig aan willen doen, kunnen het brede slingerpad nemen dat je langzaam naar boven brengt. Maar voor de avonturiers onder ons zijn er de bijna onzichtbare paadjes, tussen de bomen en de rotsen heen, die steil omhoog gaan. Soms zo steil dat je je handen nodig hebt om verder te kunnen klimmen. Heerlijk om zo je wandeling te beginnen.
Hoe hoger ik klom, hoe meer rotsformaties ik tegenkwam. En in dit geval ook kleine grotten waar ik doorheen moest wandelen om het Sulzltal, waar de hut gelegen is, te kunnen bereiken. Sommige waren meer korte tunnels waar je het daglicht aan de andere kant kon zien. Andere hadden bochten en waren zo donker dat zelfs een zaklamp niet genoeg licht geeft om te kunnen zien waar je loopt.
Eenmaal daar voorbij bereikte ik het dal met haar prachtige groene almen. Beekjes kruisten vaak het pad, met hier en daar kleine watervallen tussen de rotsen. Koeien lopen er los met de typische bellen rond hun nek.
Na amper een paar minuten in het dal, werd ik verrast door een oorverdovend gefluit. Wie ooit in de zomer door bergen heeft getrokken, raadt het al; marmotten. Het leek wel of er hele conversaties werden gevoerd; de ene roep na de andere werd telkens beantwoord. En ik had het geluk er meer dan één van dichtbij te zien.
… Tot in de Simmshütte
Het laatste stukje van de wandeling naar de Simmshütte, is ook het zwaarste. De hut staat op een helling aan het eind van het dal, op 2004 meter boven de zeespiegel, en om daar te geraken moet je bijna 200 meter steil naar omhoog op een smal en ongelijkmatig pad. Oppassen waar je je voeten neerzet dus.
Zelfs met de 25 haarspeldbochten die het pad maakt, is het klimmen. De laatste bocht op de helling werd dan ook niet voor niets de ‘Gott-sei-Dank-Kurve’ gedoopt. ‘Godzijdank’ was inderdaad het woord dat in me opkwam toen ik eenmaal boven was.
Maar de eerste blik op het wondermooie uitzicht, liet mij gelijk vergeten hoe moe ik was.
Er zijn verschillende wandelingen naar de Simmshütte. De wandeling beschreven in dit artikel loopt van het dorpje Stockach door de bossen tot bij de Simmshütte. Je kan deze wandeling ook maken als onderdeel van een meerdaagse tocht, waarbij je in hutten zoals de Simmshütte overnacht.
Leave a Reply