Net voor de kust van Galway, in het westen van Ierland, liggen de Araneilanden. Drie barre eilanden, bedekt met een netwerk van muurtjes en met brokkelende kliffen waar de zee tegenaan beukt. Vroeger waren de eilanden bewoond door een handvol vissers, en nog steeds wonen er maar weinig mensen. Reden te meer om ze te bezoeken.
Inis Mór, Inis Meáin, Inis Óirr
De Araneilanden hebben een bijna mythische reputatie. Wanneer je op de kliffen van Moher staat en het mooi weer is, kan de eilanden zien schemeren in de Baai van Galway. Wanneer het grijs, regenachtig weer of zelfs stormt, zie je ze helemaal niet. Geen wonder dat mensen mythische eigenschappen aan de eilanden toedicht(t)en.
De Araneilanden bestaan uit drie eilanden: Inis Mór, Inis Meáin en Inis Óirr. Inis Mór is het grootste eiland, Inis Óirr het kleinste. Alle drie zijn ze ruig en bar, gegeseld door de wind en aangevreten door de zee. Een wirwar van stenen muurtjes bedekt de eilanden. Die muurtjes stoppen abrupt op de rand van de kliffen en lijken boven de woeste Atlantische Oceaan te balanceren.
Het leven op de Araneilanden moet erg hard geweest zijn in vroegere tijden. Toch is er overduidelijk bewijs dat de eilanden al millennialang bewoond worden. Forten uit de ijzertijd, kerken uit de vijfde eeuw. Mensen die er woonden, leefden vooral van de visvangst en dat is vandaag de dag nog steeds zo. Waar eens enkel currachs aangemeerd lagen, dobberen nu moderne vissersboten. Vooral in de zomer is toerisme ook een belangrijke bron van inkomsten.
Een daguitstap naar de Araneilanden
Toen ik de Araneilanden bezocht, was ik nog jong. Nauwelijks twintig jaar oud. Ik was op doorreis door het westen van Ierland en sliep een paar nachten in Galway. Vanuit de stad kan je een dagtocht maken naar de Araneilanden, wat ik prompt deed. Na een busrit en een tocht met de ferry, stond ik in Cill Rónáin, het grootste havendorp van Inis Mór.
Vanuit Cill Rónáin trok ik te voet het eiland in. Een beetje in het wilde weg, want ik had niet goed nagedacht over mijn bezoek. Ik wist ook niet goed wat ik moest verwachten van de eilanden. Het was een relatief warme, maar winderige dag. Eerst volgde ik de wegen tussen de ommuurde weiden, tot ik mezelf vastliep en er niets anders opzat om over zo’n muurtje te springen en mijn weg verder te zoeken.
Hoe meer ik naar het zuidwesten liep, hoe ruiger de grond werd. Grond maakte plaats van rotsen met lange, dunne spleten ertussen. Goed om je enkels te verzwikken. Kleine groene planten klampten zich vast tussen het gesteente. De Araneilanden bestaan uit kalksteen, dat slijt door de wind en regen. Voorzichtig liep ik rechtdoor. Steeds rechtdoor. Voor me lag een heuvel en ik wilde zeker de top bereiken voor ik terug zou keren naar de haven.
Op het randje van de Atlantische Oceaan
Pas toen ik die top bereikte, besefte ik dat ik niet naar een heuvel liep, maar naar hoge kliffen. Diep onder mij spatte golven stuk op de rotsen. IJsblauw water kolkte aan de voet van de kliffen. Ik plofte neer en vergaapte me aan het uitzicht, terwijl meeuwen boven mijn hoofd cirkelden. Ik had de zuidkant van het eiland bereikt, besefte ik. Het eiland strekte zich links en rechts van me uit en in de verte zag ik Inis Meáin en Inis Óirr. De kust van het vasteland was nauwelijks zichtbaar.
Ik nam de tijd om de pracht van de kliffen van Inis Mór in me op te nemen. Pas op het laatste nippertje keerde ik terug naar de haven, waar ik de ferry naar het vasteland nam. Ik had mijn tijd op het eiland misschien beter kunnen gebruiken. Ik had geen forten gezien, geen kerken, geen dorpen. Maar dat deerde me niet. De ontdekking van de kliffen had ik voor geen geld ter wereld willen missen.
The Banshees of Inisherin
Het is intussen jaren geleden dat ik de Araneilanden bezocht. De drang om terug te keren, om Inis Mór helemaal te ontdekken en om aan land te gaan op de kleinere eilanden, is er nog steeds. De goed onthaalde film The Banshees of Inisherin hebben die drang alleen maar versterkt. Het eiland Inisherin uit de film mag dan wel fictief zijn, maar het is wel gebaseerd op de Araneilanden. Verschillende scenes zijn zelfs opgenomen op Inis Mór.
Het Ierse landschap leent zich uitstekend voor films en series. Omdat het landschap zo verschilt, wordt het vaak zelfs gebruikt als filmlocaties voor films die zich in andere landen afspelen. De scenes in havenstad Kattegat in de serie Vikings, werden gefilmd in het beroemde Lough Tay, in Wicklow. De klifscenes in Harry Potter and the Half Blood Prince werden gefilmd aan de kliffen van Moher. Maar ook fictieve landen, zoals Westeros uit Game Of Thrones en verschillende locaties in de Star Wars franchise werden in Ierland gefilmd.
Tourism Ireland, de toeristische dienst van Ierland, speelt daar handig op in door de filmlocaties van beroemde films en series in de kijker te zetten. En terecht, want Ierland is nu eenmaal een bijzonder mooi land, met bijzonder mooie locaties.
Bezoek de Araneilanden
De beste manier om de Araneilanden te bezoeken, is tijdens een reis langs de westkust van Ierland. Je kan, bijvoorbeeld, de Wild Atlantic Way volgen, een autoroute van ruim 2400 kilometer die de westkust van Ierland volgt. Wanneer je Galway bereikt, kan je de auto een tijdje aan de kant zetten voor een bezoek aan de Araneilanden. Je vindt alle informatie die je nodig hebt, zoals ferries en logies, op de website van Tourism Ireland. Je vindt er ook informatie én een handig kaartje met de mooiste filmlocaties.
Leave a Reply